Een teveel aan kunstmatige verlichting ontregelt het bioritme van mensen, dieren en planten. Het kan ook leiden tot verblinding of gewoon storen bij avondlijke of nachtelijke activiteiten. Mensen voelen zich dan onbehagelijk.
Onze buitenverlichting verstoort het gedrag van vogels, insecten en amfibieën. Zij raken gedesoriënteerd en gestresseerd. Hierdoor dalen hun overlevingskansen.
Afhandeling
Dit kunt u alvast zelf doen om lichthinder te voorkomen:
- plaats de verlichting zo dat enkel hetgeen u wenst te verlichten ook daadwerkelijk verlicht wordt en niet de omgeving ervan
- laat het licht van boven naar beneden schijnen, vermijd de zogenaamde uplighters
- vermijd ook bolle verlichting die het licht in alle richtingen laat schijnen. Het heelal moet niet verlicht worden
- verlichting die uw veiligheidsgevoel moet verbeteren, sluit u beter aan op een bewegingsmelder (schrikverlichting), dan ze heel de nacht te laten branden
- lichtreclame en etalageverlichting is na middernacht overbodig en kan gedoofd worden.