Bijen

Bijen en hommels vervullen een uiterst belangrijke functie als bestuiver van landbouwgewassen, fruitteelten en wilde planten. Bestuiving door insecten is noodzakelijk voor meer dan 75% van alle planten. Zonder bijen geen fruit, maar ook geen groenten.

Het gaat niet goed met de bijen

Wilde bijen hebben het steeds moeilijker om te overleven. Ze hebben te weinig ruimte voor natuur, voor bloemen en om te wonen en zich voort te planten. 80% van de bijen leeft immers onder de grond. Hoe meer verharde oppervlakten er zijn, hoe meer dakloze bijen. Maar ook pesticiden en bestrijdingsmiddelen, ziektes en een tekort aan bloemen en biodiversiteit vormen een bedreiging voor de bijen.

Machelen bijenvriendelijke gemeente

De gemeente Machelen werd in 2020 bekroond als ‘bijenvriendelijke gemeente’ en doet er alles aan om deze nuttige beestjes een handje te helpen. 

Op verschillende plaatsen vind je bijenhotels, zoals aan volkstuin De Moerbei en in de fruitboomgaard achter het Merelplein.

Met ons ecologisch maaibeheer maken we bermen, parken en wildere stukjes natuur geschikt als habitat en verhogen we het voedselaanbod voor bijen, vlinders en andere insecten. We zaaien ook bloemenweides in zoals aan het Merelplein en de begraafplaats in Diegem. Zakjes bloemenmengsels geven we jaarlijks gratis weg aan de inwoners. 1 zakje is goed om 40 m² met fleurig mengsel van o.a. klaprozen, korenbloemen, boekweit en dille.

De gemeente blijft zich inzetten om het openbaar groen bijenvriendelijk te maken, waar mogelijk te ontharden, onze lokale imkers (en zo ook de honigbijen) te ondersteunen en inwoners te inspireren.

Wat kan jij zelf doen voor de bijen?

Ons groenbeheer maakt het wilde bijen zo makkelijk mogelijk, maar we willen onze inwoners stimuleren om zelf aan de slag te gaan. Voedsel en nestgelegenheid zijn de sleutelwoorden.

Minder beton

Vervang (een deel van) de verharding in je (voor)tuin door bijenvriendelijke planten. Waarom zou je een volledig verhard tuinpad aanleggen als een paar stapstenen volstaan om bij nat weer door de tuin te gaan?

Bouw geen kooi rond je tuin, maar kies voor een natuurlijke afscherming zoals een bloeiende haag of een takkenwal. Of kies voor rijstroken in plaats van een volledig verharde oprit.

Vergroen je straat met een geveltuin. De ontharding van je stoep gebeurt door de gemeentediensten. Je kan je geveltuin online aanvragen.

Bloemenmengsel

Kies voor een gevarieerd bloemenmengsel met een uitgebreid aanbod aan nectar en stuifmeel. Zonnebloemen, korenbloemen en klaprozen zijn erg geliefd.

Ook met bloemen in potten kan je bijen helpen: bloeiende kruiden zoals lavendel, bieslook, rozemarijn en tijm gedijen goed in bloembakken.

Je kan zelf ook zaadbommen maken. Dat zijn kleine balletjes van aarde, klei en zaden waar wilde bloemen uit voortkomen. Deze link vertelt je hoe je een zaad-/bloembom zelf kan maken.

Bomen en struiken

Bomen als kers, pruim, appel, peer, kastanje, wilg en linde zorgen jaar na jaar voor stuifmeel en nectar voor de bijen. Alle heesters die bessen vormen zijn bijentoppers, zoals sleedoorn, meidoorn, aalbes, kruisbes, hulst, liguster. Snoei de struiken pas nadat ze in bloei zijn gekomen. In het najaar kan je deelnemen aan de groepsaankoop ‘Behaag je tuin’.

Laat het gras maar groeien

Niet alleen bijen, maar ook vlinders en andere nuttige insecten houden van een bloeiend gazon met paardenbloemen, klaver, madeliefjes. Voor de moedigen: maai een deel van je gazon maar 2 keer per jaar. Een eerste keer na 15 juni en de tweede keer na 15 september.

In de herfst en winter kan je bijen helpen door je tuin wat minder “schoon” te maken en een plekje te voorzien voor dode bladeren, rommelhoekjes en plantenresten. Juist tussen de dode bladeren, onder stapels stenen, in oude schuurtjes e.d. overwinteren bijen en insecten.

Bijenhotel

Een bijenhotel kan je kopen of zelf knutselen. Meer info over hoe en met welke materialen je dit kan doen, vind je in deze folder van Natuurpunt

Zonder is gezonder!

Het gebruik van pesticiden is uit den boze. Met een gevarieerde tuin lok je de dieren die een evenwicht in je tuin brengen en ziektes voorkomen. Planten die ergens staan waar ze niet gewenst zijn, kan je manueel aanpakken. Bodembedekkers of een laag mulch onder je planten zijn eveneens een manier om ongewenst kruid weg te houden.

Waterpunten

Bijen hebben ook water nodig. Hierbij kan je helpen door kleine waterpunten te voorzien. Een waterdichte schaal gevuld met water met daarin allerlei voorwerpen zoals stenen, blokjes hout, mos, takjes, schelpen of wat plantjes zodat de bij makkelijk bij het water kan zonder er in te vallen is ideaal.

Als je een vermoeide bij in huis of in de tuin vindt, kan een eenvoudige oplossing van suiker en water ze helpen om op kracht te komen. Belangrijk: geef nooit honing aan bijen en hommels.

Op www.weekvandebij.be vind je nog meer inspirerende activiteiten en tips over wat jij kan doen om de bijen te helpen!

Op het gemeentehuis kan je ook een exemplaar van de bijenkrant ophalen waarin je vergroeningstips, een plantenwijzer, hommelweetjes en een bijenspel terugvindt.

Enkele bijenweetjes

  • Er zijn 360 soorten bijen. Enkele voorbeelden zijn Roodgatje, slobkousbij, koekoeksbij, tuinbladsnijder enz.
  • Bijen en hommels zijn van nature niet agressief en steken enkel als ze zich bedreigd voelen. Een steek is meestal niet gevaarlijk, alleen voor mensen met een allergie.
  • Bijen hebben vier vleugels. De voor- en achtervleugels van bijen liggen echter vaak over elkaar, zodat het lijkt alsof ze maar twee vleugels hebben.
  • Vrouwtjesbijen zijn vaak te herkennen aan de speciale haren die ze hebben voor het vervoeren van stuifmeel. Elke bij met duidelijke haarbossen aan de achterpoten of op de ‘buik’ is dus een vrouwtje, zeker als deze haren vol zitten met stuifmeel.
  • Als je een jaar lang in de tuin kijkt kan je zeker verwachten 10 tot 15 bijensoorten in je tuin te vinden.
  • De vleugels van een bij bewegen wel 200 keer per seconde.
  • Een honingbij moet voor 1 kilo honing 6 a 7 keer de aarde rond vliegen.
  • De vliegsnelheid van een bij kan wel tot 30 km per uur bedragen.
  • Een hommel moet bijna voortdurend eten om warm te blijven: een hommel met een volle maag heeft maar een reserve van zo een 40 minuten.